zaterdag 10 mei 2014

Industrieruïne Charleroi


Over de Maas door de Ardennen varend hadden we uitzicht op gesteenteformaties van 300 miljoen jaar oud. Dat is veel, zo veel dat het ons niets zegt. Met de vaart door Charleroi kregen we een blik op de prehistorie van onze eigen tijd, die wel een bijna afgrondelijke sensatie opleverde. "Oekraïne", had een van ons eerder al opgemerkt; nu kwamen er beelden langs die deden denken aan de helse krochten van Piranesi. Het heeft een aantal kunstenaars geïnspireerd tot indrukwekkende, strip-achtige grafittis, waar de suggestie van een demonenstrijd in Jurassic sfeer dik bovenop ligt. Een van de scènes speelt zich duidelijk in een zeer warme omgeving af, anders zou de dame op haar oerbeest een lelijke kou kunnen oplopen.

Als een roos tussen de brandnetels
Charleroi blijkt een industrieel kerkhof te zijn, dat er nauwelijks aan ontkomt zichzelf te verslinden. Alles is er van ijzer – geen wonder want dat maakten ze er zelf, in gigantische hoeveelheden. De hoogovens en staalfabrieken staan er nog, maar bedrijvigheid is er nauwelijks. Alleen lijken er nog een stuk of wat smeltovens te werken; de bergen schroot op de kades zijn in ieder geval gigantisch, en er wordt ook nog steeds van aangevoerd. Afvoer zagen we ook wel, van rollen draad en bandstaal, maar in hoeveelheden die niets voorstelden bij de enorme fabriekshallen.

Eigendom Deutsche Bank
De enige denkbare reden waarom die fabriekskarkassen niet zelf in de smeltovens verdwijnen, zagen wij op een bordje langs de kade staan: "De installaties en voorwerpen op dit terrein zijn het bezit van firma XYZ ten behoeve van Deutsche Bank AG". Zwakke bankbalansen zijn zo'n droog, theoretisch begrip. Hier zie je de tastbare werkelijkheid erachter, op een manier die wel veel beeldender is dan leegstaande kantoorgebouwen.


Vaart over de Acheron
Niettemin zijn al deze aftandse installaties en fabrieken natuurlijk ooit gloednieuw geweest. Het was hier een bruisende omgeving, met bouwactiviteiten zo ver het oog reikt. Er is hier tot het midden van de twintigste eeuw geweldig veel geïnvesteerd, en er moet ook overeenkomstig veel geld verdiend zijn. Dat was de tijd van de Waalse overhand in België. Nu is het een gemelijk en gedeprimeerd land. We merken het aan de sluiswachters. Hun onverschilligheid en desinteresse steekt schril af bij de professionaliteit die we kennen van hun Duitse en ook hun Nederlandse collega's. Een van hen had niet zo'n zin zijn sluis in gebruikelijk tempo te schutten, want hij had zijn aandacht nodig voor de groentesoep die hij stond te maken. Wij zagen hem door het raam bezig de prei en de wortels in de pan te snijden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten