We lagen in Deinze in een oude arm van de Leie, aan het
ponton van een rondvaartboot die elders lag omdat de bierleidingen vervangen
moesten worden. We zaten aan de borrel en begonnen juist een beetje trek te
krijgen, toen een van ons wees naar een reiger aan de overkant. Die zag er knap
radeloos uit, want hij had iets gevangen waarvan hij niet wist of hij het
aankon. Eert dachten we dat het een enorme vis was – daar doen reigers immers in.
Nee, een rat, opperde iemand. Later bleek dat er twee lange oren aan vastzaten,
een konijn dus, een jonkie weliswaar, maar toch.
Het was een lange aarzeling, een innerlijke strijd. Kan
ik dit in mijn bek krijgen, zo ja, is mijn slokdarm wijd genoeg, en áls dat
allemaal al klopt, ben ik bereid mijn gewicht tijdelijk te verdubbelen, wat
toch ten koste van mijn opstijg-
en vliegvermogen.
Zijn eetlust, of zijn vraatzucht,
won het van de prudentie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten