zaterdag 21 juni 2014

Kanalen en sluizen

We naderen het eind van het Canal de Briare. Nog een stuk of tien neergaande sluizen te gaan en we zitten in het Canal Latéral à la Loire. 
Heuvel op, heuvel af
Het Canal de Briare was het eerste kanaal in Europa – en de wereld – dat over een heuvelrug heen werd aangelegd, en dus te maken kreeg met wat ze hier een bief de partage noemen, een waterscheidingskanaalpand. Daar hebben we het eerder over gehad, en hoe het erop aankomt water in dat bovenste pand te krijgen. 
De aanleg begon in 1604, onder de regering van de goede koning Henri IV – de man die met het Edict van Nantes een soort van godsdienstvrede bewerkstelligde en in 1610 werd vermoord. Het waren harde tijden. 
Sluistrap...
... in onbruik geraakt


Het oorspronkelijke kanaal was smaller, en telde een aantal sluistrappen. De bekendste is die bij Rogny-les-Sept-Écluses. Die trappen zijn met de verbreding van het kanaal volgens het Gabarit Freycinet, de maat van de Vlaamse spits en ook van Anna Koosje, vervangen door vijf niet-geschakelde sluizen. Het voordeel is dat schepen elkaar kunnen passeren, wat met zo'n sluistrap niet ging.

Kabelaring, niet bij ons
wel bij ons
Maar ook deze sluizen zijn met een breedte van 5,20 meter niet ruim. De Anna Koosje is 5,04 meter, wat betekent dat onze gebruikelijke wrijfhouten er niet tussen kunnen. Daar kwamen we weken geleden bij de eerste Freycinet-sluis al achter toen we ineens klem bleken te zitten. We gebruiken nu dus dikke stukken touw als buffer tussen sluiswand en schip, en die krijgen daar heel wat mee te verduren. Vorig jaar in noord-Duitsland hadden we dat touw als een soort losse kabelaring om het schip gehangen, maar dat bleek nooit te zitten waar het nodig was. Nu hangen er een stuk of wat los naar beneden op de breedste delen van het schip. 
Want die breedste delen zijn er: Anna Koosje is breed bij de schouders en de heupen, en ietwat smaller in de taille. Dat heeft ons lang verbaasd, want ze is natuurlijk recht gebouwd. Hoe is ze zo getailleerd geraakt? We zijn er nu achter. Het schip zo'n smalle sluis in schuiven is net zoiets als een kurk in een fles duwen. Als je dat scheef doet, krijg je een moet in het midden van de kurk. Anna Koosje is in de loop van haar 80+ jaren een paar keer scheef een sluis in geduwd – en dat weten wij omdat we het zelf ook op ons geweten hebben...
Het aanvaren van zulke smalle sluizen luistert heel nauw. Wij doen het nu zo dat er een of twee mannetjes op het voordek staan om aan te geven waar zij het verlengde van de naderende sluiswanden zien. Daar stuurt de stuurman op. Bij stijgende sluizen kan die zelf nog wel zo'n beetje zien waar hij het sluisgat invaart, maar bij dalende sluizen ziet hij niets achter de hoge boeg. Daar vaart hij volledig op de aanwijzingen van de voorkant. Dalende sluizen vaar je ook niet zozeer in als op.

Intussen krijgt de Anna Koosje heel wat modder op de flank. Dat komt door die touwen, die veel slib van de sluiswanden afschrapen en op de romp achterlaten.





1 opmerking:

  1. De stelling dat de Anna Koosje natuurlijk recht gebouwd is, moeten we misschien toch opgeven. We voeren in het Canal de Raonne à Digoin, de temperatuur was 32 graden, en Anna Koosjes taille was verdwenen! Door de warmte was ze uitgezet, en wel op zo'n manier dat we nog steeds de Franse sluisjes door konden.
    Zouden de scheepsbouwers van Ruijtenberg hier in 1931 rekening mee gehouden hebben toen ze het schip bouwden in het koele Holland? We krijgen steeds meer respect voor dat soort vakmanschap!

    BeantwoordenVerwijderen