woensdag 13 augustus 2014

Tussen Marne en Moezel

Het Canal de la Marne au Rhin is nog stiller dan de andere kanalen waar we gevaren hebben. Het is nu al zo dat we de sluizencentrale in Parijs maar hoeven te bellen, en dan weten ze al dat het om de Anna Koosje gaat als we zeggen dat we op dit kanaal zitten. Ik stel me dat kantoor zo voor, met tientallen mensen en geen scheepvaart. Ze moeten wel blij zijn met ons! 
De stilligheid hier ligt natuurlijk voor een deel aan de stremming van het hellend vlak van Arzviller-St.-Louis, die we al eerder genoemd hebben. Vanaf de Rijn en uit Straatsburg kan hier geen verkeer komen; wat hier vaart, komt van de Maas of de Moezel of gaat er naartoe, of komt anders via het Canal des Vosges uit de Saône.

De bergen in
Het kanaal gaat over een afstand van 94 kilometer 175 meter omhoog. Het levert dan ook regelmatig indrukwekkende vergezichten op hoe we over het water de bergen in lijken te varen. 
Toen ze het kanaal bouwden, was de sluistechniek nog niet zo ver gevorderd. Moderne sluizen zoals die op het Main-Donaukanaal gaan in een keer 18 en zelfs 26 meter omhoog. Dat stelt enorme eisen aan de constructie en de materialen. Hier konden ze nog niet meer dan 3,5 meter aan, en dan heb je dus voor 175 meter vijftig sluizen nodig. 

Overigens nog over Bar-le-Duc, waar we gisteren waren: daar doen ze niet aan mineraalwater. Het gelijknamige merk is een Nederlands product, en het water komt uit de grond bij de A2 onder het industrieterrein Lage Weide. Sourcy komt uit Bunnik. Het wachten is op een serieuze exportinspanning naar Frankrijk, want het merk Bunnicq is hier nog niet aangeslagen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten