woensdag 27 augustus 2014

Niet meer la Moselle: die Mosel

Voor mijn gevoel hoort het er niet bij waar we nu varen. We gingen een grote ronde van Frankrijk doen, maar dat ligt achter ons. We zitten op de Duitse Moezel, en het is totaal anders. De rivier is breed, de bruggen zijn hoog, de sluizen zo groot dat er schepen van 172 meter in kunnen en die zijn er dan ook, geladen met kolen en schroot voor een verderop gelegen hoogovenbedrijf. Op de oevers is veel te doen, met pittoreske stadjes als Bernkastel, Traben-Trarbach en Cochem. Toeristen weten het gebied te vinden en te waarderen. De campings op de oevers staan vol, er varen rondvaartboten, en talloze passagiersschepen bieden het Moezelreisje aan dat in de jaren vijftig populair was maar dat we hebben ingeruild voor pakketvakanties in Thailand. Ten onrechte. Wij zijn natuurlijk zelf zo'n soort schip, weliswaar met weinig passagiers en een wat verlopen bemanning, maar onze blik en ons genoegen zijn niet anders dan die van de toeristen op de River Queen of de Mosel Perle. 
En dan de wijngaarden. "Het is ook net of ze de druivenvelden gekamd hebben, er hangt geen blaadje verkeerd", merkt een van ons zojuist op. De oevers zijn heel steil, daar staan wijnstokken tegenaan waarvan je je vaak niet kunt voorstellen hoe ze geplukt moeten worden. Eén ding is duidelijk, goedkope Moezelwijn bestaat niet, althans niet om te produceren. Voor de wijnboer betekent dat goede wijn maken of een pension beginnen. 
De steile hellingen bieden het voordeel van warme voeten voor elke wijnstok, en, net als in een hoog opgebouwd theater, eerste rang ten opzichte van de zon. Het nadeel is natuurlijk dat mechanisatie heel lastig is. Toch blijkt er een soort kabellift ontwikkeld te zijn, die we op meerdere percelen tussen de rijen druiven omhoog zagen lopen. Mechanisch oogsten zit er nog niet in, maar het betekent ten minste dat de plukkers niet iedere mand met druiven de helling af hoeven te dragen. 
En wat we in Frankrijk op één plek gezien hebben, in Santenay in de Bourgogne, zien we hier overal. Welvaart, en geld om te investeren en de omgeving netjes te houden. Misschien mist het de romantiek van doorleefd verval – hier worden zelfs ruïnes gerestaureerd, niet tot kasteel maar tot een nette ruïne – maar verzorgde oevers en hotels met bloembakken onder de vensterbanken hebben ook hun charme. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten