donderdag 26 juni 2014

Canal de Berry en andere buiten gebruik gestelde vaarwegen

Marseilles-lès-Aubigny is waar het Canal de Berry zich in het Canal Latéral à la Loire voegt. Alleen zie je er geen sluis of water, maar een dam met gemeentegroen. Want het Canal de Berry is buiten dienst gesteld, déclassé, aliéné. Eerder hadden we bij Montargis ook al een stukje het Canal d'Orléans in gekeken, dat hetzelfde lot heeft ondergaan. 
Het Canal de Berry begon in 1768 als economisch project om de producten van de streek beter toegang te geven tot de markten van Parijs en de rest van Frankrijk. Er kwamen minstens zes plannen van de tekentafel, maar het vergde uiteindelijk een decreet van Napoleon om met de aanleg te beginnen. 

Helaas had die niet het eeuwige leven, het geld raakte op en de verantwoordelijke hoofdingenieur van de Franse rijkswaterstaat ging eens in Engeland kijken hoe ze het daar deden met kanalen. Dat was dus heel smal, we weten het van die typische narrowboats. Smal werkte, daar althans, en het was een stuk goedkoper. Zo werd de breedte van de kanaalsluizen en brugdoorvaarten teruggebracht van 5,20 tot 2,60 meter. Dat heeft nog een tijdlang aanleiding heeft gegeven tot de ontwikkeling van heel smalle vrachtscheepjes zoals de flûte en de Berrichon, maar het bleek een fataal verkeerde inschatting. Het grotere Gabarit Freycinet werd de dominante scheepsmaat in Frankrijk, en het achterland van het kanaal had zich over water onbereikbaar gemaakt. 

Het Canal de Berry
Foto's van www.binnenvaartinbeeld.com
In 1955 deed de staat het kanaal over aan de aangrenzende gemeenten, voor het symbolische bedrag van een franc per kilometer. Sommige hebben er visvijvers van gemaakt, andere hebben het dichtgegooid en er parkeerplaatsen of parken aangelegd. Of het gewoon verwaarloosd en dicht laten groeien. Al met al leidt het tot wat ze hier aanduiden als de saucissonnage, de verworsting van het kanaal. Op onze oude vaarkaart staat nog dat er gestudeerd wordt op rehabilitatie en heropening. Dat zal er in deze tijd van publieke soberheid niet meer van komen. 

Jammer, zeggen wij. Maar hoe weten wij zo zeker dat die gemeenten en de staat niet beter uit zijn met hun visvijvers en parken? Ik kan niet beweren dat wij als watertoeristen hier veel geld achterlaten, en de kosten van bemanning en onderhoud van de waterwegen zijn aanzienlijk. 

Het is zomaar denkbaar dat ook de prachtige kanalen die nu nog voor ons openstaan, in de komende jaren zullen worden déclassés, aliénés. Wij zullen dan met weemoed en goede herinneringen terugdenken aan deze wondertijd, toen we er nog konden varen alsof het gewoon was.

En verder, ik moet sowieso binnenkort per auto deze kant uit om wat dozen Sancerre op te halen. Ik ga dan zeker even kijken bij wat er resteert van het Canal de Berry. 

woensdag 25 juni 2014

Sancerre

Er waren twee redenen om via deze route naar het zuiden te willen. Één, na Parijs was er geen andere, en twee, we hadden gezien dat we zo langs de plaats Sancerre zouden komen. Na een eerdere bedevaart in de Champagnestreek, naar het graf van Dom Pérignon, mochten we dit niet missen. 

Daarginds lagen de belegeraars
Zoals het betaamt bij een pelgrimage, was het een behoorlijke klim omhoog. Sancerre is veel kleiner dan zijn reputatie. Het is een burchtstadje, hoog verheven boven het omringende landschap. Wij hadden bedacht dat we vroeg zouden vertrekken, te voet, van onze ligplaats in de lager aan het kanaal gelegen gemeente Saint Satur, en boven zouden ontbijten. Na de nodige beproevingen – de onzekerheid over de juiste weg; de twijfel of er wel iets te krijgen zou zijn – werden we beloond met een wijds uitzicht van achter verse croissants en koffie. 

Het aspect bedevaart werd ons pas later duidelijk. Het blijkt dat Sancerre, met La Rochelle, de laatste kern van het Hugenotenverzet is geweest na de moordpartij van de Bartholoméusnacht in 1572. Het heeft niet geholpen. Er volgde een beleg, uithongering, totale verwoesting en een nieuwe slachting. De weinige overgebleven Hugenoten in Frankrijk vluchtten naar onder andere Holland. 

Oog in oog met deze historie werd ons een ding duidelijk: Sancerre drinken is protestantenplicht! 

dinsdag 24 juni 2014

De Loire en haar zijkanalen

Kanaalbrug Briare
Ja, haar zijkanalen want La Loire is vrouwelijk, net als la Seine en de meeste andere rivieren. Alleen le Rhône en le Rhin zijn mannelijk – en natuurlijk is de Rijn ook een Franse rivier, van Bâle tot aan Strasbourg. 


Droge Loire
We varen niet op de rivier maar er langs, op het Canal Latéral à la Loire, het nieuwe. Want er is ook een oud zijkanaal, dat kennelijk te krap werd dus besloten ze er maar een nieuw, groter kanaal naast te leggen. Om daar vanaf het Canal de Briare op te komen, zonder eerst met sluizen omlaag te schutten en aan de andere kant van de Loire weer omhoog, hebben ze een kanaalbrug over de rivier gelegd. Die was met 650 meter ooit de grootste en langste ter wereld, maar sinds de bouw van het Wasserstrassenkreuz Magdeburg, 900 meter lang met het Mittellandkanal over de Elbe, alleen nog maar de mooiste. Je kunt er ook alleen maar in eenrichtingverkeer overheen met een smal scheepje, terwijl bij Magdeburg de grote jongens elkaar op de brug kunnen passeren. Ontworpen door Gustave Eiffel – brr wat heb ik een hekel aan zinsconstructies met uitgesteld onderwerp – lijkt hij (daar is het!) op de Pont Alexandre III in Parijs, waar we eerder onderdoor gevaren zijn. 

Varend over de kanaalbrug zie je waarom de Loire zelf niet bevaarbaar is. Het is een grillige, zo te zien grotendeels natuurlijke rivier met zandbanken en, zeker nu, weinig water. 

Ontmoeting in Châtillon
Wij kregen de eerste regen in geruime tijd en schuilden in Châtillon s/Loire. De plaatselijke Turkse snackbar had bier, frites en een tv-scherm, waar we de WK- wedstrijd Nederland-Chili mochten volgen. 

Verderop voegde het nieuwe zijkanaal zich in de bedding van het oude, waarna de sluizen ook allemaal lekker ambachtelijk-handbediend werden, deels door onszelf. Geeft niet – een van de éclusières vroeg of we toevallig niet wat wijn nodig hadden – Sancerre en Pouilly Fumé bijvoorbeeld. Na jaren ervaring had zij een scherp inzicht ontwikkeld  in de psyche van de dolende binnenschipper, en toevallig had zij het een en ander te koop. 



Zelfbediening




maandag 23 juni 2014

Seine-Loire verbinding

Het Canal de Loing en het Canal de Briare vormen samen de verbinding van de Loire met de Seine, die nodig was om het gulzige Parijs, waar immers alle hoge dames en heten van Frankrijk zaten, aangenaam gevoed te houden. Die functie is nu lang en breed overgenomen door wegvervoer, maar het biedt een perspectief op eeuwen geschiedenis waarin de wegeninfrastructuur niet veel voorstelde en die van het water wel. 
Onvoorstelbaar zijn voor ons de miljoenen kuubs grondverzet, met schop, pikkel en kruiwagen, de honderden sluizen en de kilometers tunnelgewelf die zijn aangelegd. 
Een van de sluizen in het Canal de Briare heet Souffre Douleur, pijn lijden. Waar komt die naam vandaan, vroegen wij de sluiswachter. Het kanaal is aangelegd met dwangarbeid van krijgsgevangenen, antwoordde hij, en daar viel niet veel bij te lachen. 
De kanaalaanleg was ook niet voor iedereen welkom. Zo was er de familie De Coligny, die het recht van tolheffing op de Loing had. Dat zagen zij door dat kanaal teloorgaan, en zo betaalden zij om 's nachts te laten opvullen wat er overdag was gegraven. Dat geld kwam natuurlijk bij de opzichters terecht, niet bij de werklieden. Die moesten alleen maar dubbel werken. 
Dit onderwerp kwam op een bijzondere manier terug in een gesprek die avond. Die sluiswachter was namelijk niet iemand aan het eind van zijn dienstjaren, maar een frisse, geïnteresseerde dertiger die probeerde met zijn werk wat aan zijn talenkenners te doen. 
- À tout à l'heure! – want hij zou de volgende sluis ook bedienen. Comment le dit-on en Hollandais?
- 'Tot straks'
- 'Tote stracques' - c'est difficile!"
Hij bleek te wonen in zo'n pittoresk sluishuisje, met zijn jonge vrouw, een Twingootje en een kindje van twee. Wij wensten hem daar geluk mee. 
- 's Winters is het wel stil en eenzaam, antwoordde hij. Maar ja, ik ben ambtenaar en heb over twintig jaar een mooi pensioen. 
We moesten toch weer even denken aan dwangarbeid. Alleen zitten de ketenen niet aan zijn enkels maar in zijn hoofd. 


zaterdag 21 juni 2014

Kanalen en sluizen

We naderen het eind van het Canal de Briare. Nog een stuk of tien neergaande sluizen te gaan en we zitten in het Canal Latéral à la Loire. 
Heuvel op, heuvel af
Het Canal de Briare was het eerste kanaal in Europa – en de wereld – dat over een heuvelrug heen werd aangelegd, en dus te maken kreeg met wat ze hier een bief de partage noemen, een waterscheidingskanaalpand. Daar hebben we het eerder over gehad, en hoe het erop aankomt water in dat bovenste pand te krijgen. 
De aanleg begon in 1604, onder de regering van de goede koning Henri IV – de man die met het Edict van Nantes een soort van godsdienstvrede bewerkstelligde en in 1610 werd vermoord. Het waren harde tijden. 
Sluistrap...
... in onbruik geraakt


Het oorspronkelijke kanaal was smaller, en telde een aantal sluistrappen. De bekendste is die bij Rogny-les-Sept-Écluses. Die trappen zijn met de verbreding van het kanaal volgens het Gabarit Freycinet, de maat van de Vlaamse spits en ook van Anna Koosje, vervangen door vijf niet-geschakelde sluizen. Het voordeel is dat schepen elkaar kunnen passeren, wat met zo'n sluistrap niet ging.

Kabelaring, niet bij ons
wel bij ons
Maar ook deze sluizen zijn met een breedte van 5,20 meter niet ruim. De Anna Koosje is 5,04 meter, wat betekent dat onze gebruikelijke wrijfhouten er niet tussen kunnen. Daar kwamen we weken geleden bij de eerste Freycinet-sluis al achter toen we ineens klem bleken te zitten. We gebruiken nu dus dikke stukken touw als buffer tussen sluiswand en schip, en die krijgen daar heel wat mee te verduren. Vorig jaar in noord-Duitsland hadden we dat touw als een soort losse kabelaring om het schip gehangen, maar dat bleek nooit te zitten waar het nodig was. Nu hangen er een stuk of wat los naar beneden op de breedste delen van het schip. 
Want die breedste delen zijn er: Anna Koosje is breed bij de schouders en de heupen, en ietwat smaller in de taille. Dat heeft ons lang verbaasd, want ze is natuurlijk recht gebouwd. Hoe is ze zo getailleerd geraakt? We zijn er nu achter. Het schip zo'n smalle sluis in schuiven is net zoiets als een kurk in een fles duwen. Als je dat scheef doet, krijg je een moet in het midden van de kurk. Anna Koosje is in de loop van haar 80+ jaren een paar keer scheef een sluis in geduwd – en dat weten wij omdat we het zelf ook op ons geweten hebben...
Het aanvaren van zulke smalle sluizen luistert heel nauw. Wij doen het nu zo dat er een of twee mannetjes op het voordek staan om aan te geven waar zij het verlengde van de naderende sluiswanden zien. Daar stuurt de stuurman op. Bij stijgende sluizen kan die zelf nog wel zo'n beetje zien waar hij het sluisgat invaart, maar bij dalende sluizen ziet hij niets achter de hoge boeg. Daar vaart hij volledig op de aanwijzingen van de voorkant. Dalende sluizen vaar je ook niet zozeer in als op.

Intussen krijgt de Anna Koosje heel wat modder op de flank. Dat komt door die touwen, die veel slib van de sluiswanden afschrapen en op de romp achterlaten.





vrijdag 20 juni 2014

Montargis, het begin van het Canal de Briare

We blijven bergopwaarts de bedding van het riviertje de Loing volgen, al is de naam van het kanaal veranderd in Canal de Briare. Dat gebeurt op de Y-splitsing waar het Canal d'Orléans erbij komt. Dat kanaal is buiten werking gesteld – déclassé et aliéné zo de Fransen het sinister en dreigend zeggen. Het zit bij de borden met 'verboden toegang' dan ook gelijk vol waterplanten, die zelfs een kano zouden afschrikken. 


Iets voorbij die splitsing, die dus ook is déclassé tot gewone doorvaart, ligt het plaatsje Montargis. Pittoreske ligplaats, beloofde onze vaarwijzer. We passeerden de plaatselijke bouwmarkt, een APK-station en een depot van Van Leeuwen Tubes. Die kennen we, uit Zwijndrecht, maar dat roept niet direct associaties op met pittoresk. 

Onze scepsis werd gelogenstraft. We draaiden een paar bochten door, en daar pal voor de volgende sluis, die toch op het punt stond het die dag voor gezien te houden, was hij er. Een prachtige ligplaats midden in het stadje, en inderdaad, pittoresk. Doorkijkjes door grachten met bruggetjes, bloembakken aan de leuningen, naast ons twee romantisch-ruīneuze huizen, vermoedelijk met spook, en een keur van winkeltjes in de levendige straten erachter. 

We hadden het eerder gehad over de geringe bijdrage van ons soort watertoerisme aan de lokale economie, maar onze inkoopexpeditie heeft daar een flinke ruk aan gegeven. 



woensdag 18 juni 2014

Nemours

De Haute Seine, breed
Nemours, wie heeft er ooit van gehoord – behalve misschien in de samenstelling met de naam DuPont de Nemours van het Amerikaanse chemiebedrijf. In dat opzicht is het vergelijkbaar met Pont-à-Mousson, een onooglijk plaatsje in Picardië dat nochtans bekendheid heeft in de naam van het glasconcern Saint-Gobain Pont-à-Mousson. Saint Gobain is trouwens ook geen wereldstad, met een huidig inwonertal van 2.500.


We kwamen hier uit omdat het in het Canal de Loing de grootste kans bood op een café met beeldscherm voor de WK-wedstrijd Nederland-Australië. Dat klopte, en we hebben als enige supporters luid zitten juichen bij de 3-2 uitslag. 
Het Canal du Loing, smal...

We kwamen hier vanuit Parijs en Melun via de Haute Seine. Dat is nog een echte brede rivier, heel anders dan de Marne die we tot aan Parijs gevolgd hebben. Ook de scheepvaartafmetingen zijn er ruim genoeg om het stuurhuis overeind te houden. Dat hield abrupt op na Champagne sur Seine, een plaatsje waarvan alleen te vermelden valt dat de Aldi en de Carrefour er aan weerszijden van een rotonde zitten. 
... stil...
Daar hebben we het stuurhuis gedemonteerd, gelukkig deze keer met een blijvend zonnige en droge weersverwachting. Daarna sloegen we af naar dit kleinere en smallere kanaal, om twee redenen. Ten eerste voert het ons in de richting van het Canal Latéral à la Loire langs de plaats Sancerre, en verder is het de enige mogelijkheid om verder naar het zuiden te komen. Het Canal du Nivernais, waar we ook naar hebben gekeken, is te klein voor ons. 
... met krappe sluizen...

Dus wat valt er hier te zien? Punt een de volstrekte natuurlijkheid van het stadje, dat zelfs niet op het idee komt indruk te willen maken op toeristen of wie dan ook. Er is een café waar je voetbal kunt kijken, een winkel waar je voor weinig geld een eenvoudig horloge kunt kopen, en een château. Oud, middeleeuws, en gerestaureerd naar het idee dat ze in de negentiende eeuw hadden van hoe de middeleeuwen eruit hoorden te zien. Viollet-le-Duc en zijn restauratieproject Carcassonne dus, dat soort werk. Te mooi aan de ene kant, maar wie geeft er wat voor het alternatief van open riolen, martelkelders en krijsende dorpsgekken?

Morgen gaan we verder in de richting Digoin. We varen inmiddels op de waterkaart van westelijk Bourgondië, dus ook wijntechnisch zijn de vooruitzichten goed.

... handbediend



Bermtoerisme



Het château van Nemours