Meaux, we stelden het ons zo weldadig en romig
voor. Brie is een van de smakelijkste kazen van Frankrijk, en dat heb ik op
goed gezag. Talleyrand bracht het in grote hoeveelheden mee naar het Congres
van Wenen om er de overige gedelegeerden mee te paaien, niet zonder succes, en de
brie de Meaux is een van de bekendste.
Maar Meaux lag ook in de vuurlinie van de slag
om de Marne in 1914, en dat geeft het een uitstraling die doet denken aan
menige Duitse stad. Er is veel verwoest geweest, haastig weer opgebouwd, en er
is nooit het patina van herwonnen welvaart overheen gegroeid. Het is een arme
stad, geen luxe winkelstraten, geen mooie warenhuizen of modezaken, wel veel marginale
winkeltjes. En een kathedraal die ontroert om het contrast tussen de droom en de
werkelijkheid. Twee torens had zij moeten hebben; een is er zo’n beetje
voltooid, en op de andere staat al een paar honderd jaar een soort provisorisch
hoedje. Natuurlijk is zij ook kapotgeschoten geweest, weer hersteld ten koste
van veel geld dat is opgebracht door God weet wie. Wel staat zij prachtig
centraal in de stad, te midden van het leven van de mensen – wat ook betekent
dat je haar wel móet onderhouden, want als zij verkommert, verkommert de stad
nog verder. “Het is als een erfenis die je niet wilt hebben”, zei een van ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten