We namen afscheid van ons buurschip de Antipode, die de Anna Koosje anderhalve week van stroom had voorzien. We hadden een prijs per dag afgesproken, maar "doe de helft maar". Wat is het toch een rijk gevoel om welwillendheid tegen te komen, zeker in een vreemd land!
|
De groene entree van de tunnel |
Het Bassin de la Villette is het hoogste punt van de canaux de Paris, en we wilden naar de Seine dus dat ging bergaf. Vier dubbelsluizen brachten ons op het niveau waar het Canal de Saint-Martin ondergronds gaat, twee kilometer onder een deel van Parijs door, om uit te komen bij de Port de plaisance de l'Arsenal vlakbij de Place de la Bastille.
Die onderdoorgang is qua uitzicht natuurlijk niet half zo interessant als die vier eerdere sluizen met links en rechts kastanjebomen en op de voetgangersbruggen allemaal zondagvierende mensen. Wij keken naar hen, zij naar ons en aan twee kanten was er verwondering.
|
Het tunnelgewelf met licht- en luchtkokers |
De tunnel zelf verraste vooral door zijn breedte. We hadden ons ingesteld op krappe maten zo we die eerder hadden gehad, met aan weerszijden een meter ruimte. Maar dit was heel ruim, zeker dertig meter, met een overeenkomstig indrukwekkend gewelf als overkapping. Maar het mooiste zat natuurlijk in ons hoofd, dat we bezig waren op een unieke manier Parijs te beleven. We hadden Franse vrienden uit Parijs aan boord, en zelfs voor hen was het een complete verrassing dat dit er was en dat je er zo doorheen kon.
We maakten voor de tweede keer in twee weken een victory lap over de Seine, tussen het Île Saint-Louis en het Île de la Cité door, achter de Notre Dame langs, voorbij de Conciergerie en het Louvre, onder de schitterende bruggen door waarvan er enkele dreigen te bezwijken onder het gewicht van letterlijk duizenden hangslotjes van geliefden die elkaar eeuwige trouw beloofden. Onder die bruggen moet ook een bult van weggeworpen sleuteltjes liggen, waarschuwde een opvarende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten