We vonden de
ligplaats waar we twee jaar geleden op weg naar de Zwarte Zee ook waren
geweest, achter in de haven vlak tegen de binnenstad aan. Daar was, net als in
Bad Ems, een enorme kermis aan de gang, met kramen, stalletjes en attracties zo
ver het oog reikte. En duizenden mensen, op dinsdagavond! Het bleek dat we verzeild waren geraakt in het grootste schuttersfestijn van Duitsland. Om tien uur was
er een groot vuurwerk, en daarmee zou het feest wel afgelopen zou
zijn – dachten we.
We gingen nog
even de kant op om te zien of er op het einde van de markt nog Bratwurst in de aanbieding was, maar van sluiting was geen sprake. Het vuurwerk was niet het einde van het feest, maar het beginsignaal van de schuttersparade, een eindeloos defilé van mannen in jagerskostuums die voor een tribune langs trokken. Daar zat naast de burgemeester de Schützenkönig, waar alle korpsen even voor halt hielden en een saluut brachten.
Zevenduizenddriehonderd
schutters waren het, allemaal uit Neuss en omgeving, het hield niet op. Echte
geweren mochten natuurlijk niet op straat, en het had iets aandoenlijks hoe al
die volwassen mannen met overduidelijk niet-echte, bijna speelgoedgeweertjes
opgingen in de ernst van hun spel. Hoewel een van ons het een beetje te kwaad
had over het zichtbare plezier in het uniform, het korps en de parade. Want was
dat niet hoe de Nazi's destijds werkloze types van laag allooi weer
zelfvertrouwen hadden gegeven, met een bruin uniform en saamhorigheid? Een dame
aan de kant zag het bezwaar niet, laat die mannen toch lekker hun spelletje
spelen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten