donderdag 4 september 2014

Van de kaart

Dit is het kaartje dat we de hele tijd aan de wand hadden hangen om onze voortgang bij te houden. We kwamen in mei midden-boven binnen, bij Luik ongeveer, en nu, vier maanden later, zijn we er weer van af gevaren. Het friemeltje naar rechtsboven is de Lahn.
We zijn van de kaart, helaas in meer dan een opzicht. Een dierbare vriend, die drie weken geleden nog aan boord was en een van de weinigen was die zelf de krappe Franse sluisjes kon bevaren, heeft maandag een hartaanval gekregen. Hij is wel gereanimeerd maar is nog niet uit zijn coma bijgekomen. Het ziet er somber uit.
Eigenlijk zouden we nog een week doorvaren, maar alles begon te rafelen. Een van de schippers moest van boord voor belangrijke dingen thuis, de andere was eigenlijk te aangeslagen om door te gaan. Van de nieuwe opstappers kon er een niet komen omdat hij een aantal gelijktijdige crises het hoofd moest bieden, en bij de Anna Koosje brandde de toiletspoelpomp door. Het was gewoon niet fijn meer. We hebben het schip neergelegd in de haven van Wijk bij Duurstede, ik slaap thuis in Doorn, en de komende dagen ga ik zomaar een beetje redderen en proberen de pomp te repareren. Dit was het einde van onze Tour de France. Het was prachtig, overweldigend, maar genoeg is genoeg. 

Toch nog een paar plaatjes en opmerkingen. Dit is de laatste brug in Duitsland, bij Emmerich. Twee jaar geleden, op weg naar de Zwarte Zee, besloot ik hier dat ik van alle bruggen een foto zou maken. Dat bleken er zo ongelooflijk veel te zijn dat ik het plan al na twee dagen opgaf. Bovendien had ik dan nooit de gelegenheid gehad, even de keuken in te duiken of zomaar even niet zo erg op te letten. Zo hebben we ook van de ruim zeshonderd sluizen van deze reis geen foto's – we kunnen ons amper onze overnachtingsplaatsen voor de geest halen, dat waren er al zo veel.



En tot slot: dit is het Franse vaarwegenvignet dat de hele tijd op de stuurhut heeft gehangen. Er zijn weinig schepen geweest dit seizoen die daar zoveel gebruik van hebben gemaakt als de Anna Koosje. Het is nog bijna vier maanden geldig ook. Dat laten we maar zo.

woensdag 3 september 2014

Waar wij komen is het kermis

Neuss in het Ruhrgebied, aangeklemd tegen Düsseldorf, wie had ooit gedacht dat daar wat te beleven valt?
We vonden de ligplaats waar we twee jaar geleden op weg naar de Zwarte Zee ook waren geweest, achter in de haven vlak tegen de binnenstad aan. Daar was, net als in Bad Ems, een enorme kermis aan de gang, met kramen, stalletjes en attracties zo ver het oog reikte. En duizenden mensen, op dinsdagavond! Het bleek dat we verzeild waren geraakt in het grootste schuttersfestijn van Duitsland. Om tien uur was er een groot vuurwerk, en daarmee zou het feest wel afgelopen zou zijn – dachten we.

We gingen nog even de kant op om te zien of er op het einde van de markt nog Bratwurst in de aanbieding was, maar van sluiting was geen sprake. Het vuurwerk was niet het einde van het feest, maar het beginsignaal van de schuttersparade, een eindeloos defilé van mannen in jagerskostuums die voor een tribune langs trokken. Daar zat naast de burgemeester de Schützenkönig, waar alle korpsen even voor halt hielden en een saluut brachten.

Zevenduizenddriehonderd schutters waren het, allemaal uit Neuss en omgeving, het hield niet op. Echte geweren mochten natuurlijk niet op straat, en het had iets aandoenlijks hoe al die volwassen mannen met overduidelijk niet-echte, bijna speelgoedgeweertjes opgingen in de ernst van hun spel. Hoewel een van ons het een beetje te kwaad had over het zichtbare plezier in het uniform, het korps en de parade. Want was dat niet hoe de Nazi's destijds werkloze types van laag allooi weer zelfvertrouwen hadden gegeven, met een bruin uniform en saamhorigheid? Een dame aan de kant zag het bezwaar niet, laat die mannen toch lekker hun spelletje spelen!

dinsdag 2 september 2014

Voorbij de laatste sluis

Het klinkt als het overbekende gedicht van Gerrit Achterberg, en zo voelt het ook een beetje. Dit is de sluis bij Lahnstein, waar de Lahn de Rijn in stroomt. We hebben een dikke zeshonderd sluizen gehad dit jaar, waarvan het allergrootste deel maar een paar centimeter breder was dan de Anna Koosje. We hebben onze praktijkervaring sluisvaren wel opgedaan!
Sluis Lahnstein
Hierachter spoelt het water zonder sluis in een keer door naar Rotterdam, de Noordzee  de oceaan. Het is een raar gevoel – eens te meer omdat dit de laatste grote reis van de Anna Koosje was. Er is gewoon niet meer in Europa. We zijn over de Donau naar de Zwarte Zee gevaren, door streken waar we vroeger niet konden komen; we hebben Duitsland verkend over Rijn, Elbe, Spree, Neckar, Main en Lahn, we hebben het merendeel van de Franse kanalen bevaren en we zijn onder Parijs door gegaan. Wat is er nog meer als je alles gehad hebt?

The sense of an ending, schrijft Julian Barnes. Elke mogelijke vertaling mist de subtiele dubbelzinnigheid. Het is een gevoel van eindigheid, maar ook de zin ervan. Zojuist ontving ik het bericht dat een dierbare vriend, met wie we twee weken geleden nog grappen hebben zitten maken aan boord van de Anna Koosje, geveld is door een hartstilstand. Het heeft er niets mee te maken, maar toch.

Volgende week gaan we nog een ererondje Nederland doen, waarschijnlijk over de IJssel en misschien nog wel een keer door Amsterdam heen. Intussen zitten we op de Rijn, de grootste en drukste waterlevensader van Europa. Op de omringende heuvels staan wijngaarden en middeleeuwse kastelen, aan de oevers mooie stadjes en moderne industriecomplexen. Het is herfstfris; vanmorgen moesten we wachten tot de ochtendnevel optrok voor we konden vertrekken, maar nu is het zonnig. Een luttele twee weken geleden waren we nog blij met de airco, nu kijken we alvast maar of de cv in orde is. Contrasten.